Fasciatherapie
Wat is fascie?
![Doorsnede van onderhuid [Doorsnede van de onderhuid]](hypodermis-nl.gif)

De fascie (fascia in het Engels) is het bindweefsel dat alle organen in het lichaam omhult en met elkaar verbindt. De fascia om de spieren wordt ook wel spierbindweefsel genoemd. Het plaatje hiernaast toont een vereenvoudigde doorsnede van het onderhuidse weefsel van het lichaam. Van boven naar onder zie je:
- de huid;
- een laagje losmazig bindweefsel;
- de oppervlakkige fascie;
- een laagje losmazig bindweefsel;
- de diepe fascie;
- spierweefsel.
Vroeger dacht men dat de fascie alleen maar een soort verpakkingsmateriaal was. Daarom geven de meeste anatomieboeken de fascie maar zeer beperkt weer. Maar de laatste jaren heeft men ontdekt dat de fascie vele onmisbare functies in het lichaam vervult. De fascie is een orgaan op zich. De fascie speelt een belangrijke rol in de krachtoverdracht van de spieren. Een groot deel van de stofwisseling en het transport van vloeistoffen in het lichaam gaat door de fascie. De fascie bevat bloed- en lymfevaten en is bijzonder rijk aan zenuwen. Alle van buitenaf op het lichaam inwerkende krachten en alle door de spieren geproduceerde krachten veroorzaken spanning in de fascie, die zich over bepaalde lange ’treklijnen’ van de ene plaats naar de andere voortplant. De vrije zenuweinden in de fascie nemen deze spanning waar en maken het mogelijk de contracties van verschillende spieren op elkaar af te stemmen. De zenuweinden in de fascie verschaffen de hersenen ook informatie over de toestand van het aangrenzende weefsel. Wanneer de fascie niet goed functioneert, hindert dat het functioneren van het hele lichaam.
De samenstelling van de fascie
De fascie bestaat uit verschillende lagen of vliezen. Elk vlies bestaat uit collageenvezels, elastinevezels en vloeistof. De verhouding tussen de verschillende soorten vezels en ook de hoeveelheid en de samenstelling van de vloeistof bepalen de mechanische eigenschappen van de fascie. De vliezen zijn verbonden door een netwerk van elastine- en collageenvezels oftewel losmazig bindweefsel, dat binnen zekere grenzen beweging tussen de vliezen toestaat. In dit netwerk bevinden zich onder andere vetcellen, weefselvloeistof, bloedvaten, lymfevaten en zenuwen. Dezelfde vaten en zenuwen lopen ook door de vliezen van de fascie heen. Als dit systeem normaal functioneert, kunnen alle erin gelegen structuren zonder wrijving langs elkaar glijden. Dit maakt het mogelijk dat het lichaam zich soepel en zonder pijn kan bewegen.
De behandeling van de fascie
Hoe meer er over het functioneren van de fascie bekend is geworden, des te zachter zijn de behandelmethoden geworden. Aanvankelijk probeerde men de vezels in de fascie met veel kracht te rekken. Maar volgens recent onderzoek worden bewegingsbeperkingen in de fascie en beklemming van zenuwen doorgaans veroorzaakt door het ‘uitdrogen’ van de fascie of een verandering in de samenstelling van de vloeistof. Zachte technieken die gericht zijn op het stimuleren van het vloeistoftransport in de fascie hebben vaak meer succes dan geforceerd rekken en zijn aangenamer voor de cliënt.
Omdat de fascie en de spieren nauw contact met elkaar hebben, is het onmogelijk ze afzonderlijk te behandelen. Het verschil tussen klassieke en fasciale massage ligt voornamelijk in de diepte van de massage. De klassieke massage behandelt de spieren door de fascia heen, terwijl de fasciale massage meer aan het oppervlak van de spieren blijft. Dat betekent niet dat fasciale massage altijd vlak onder de huid blijft. Een deel van de fascie ligt dieper dan waar de meeste klassieke masseurs hebben leren behandelen.
Naar mijn ervaring leidt het aanmoedigen van weefsels tot verandering tot een beter behandelingsresultaat dan het dwingen ervan. Daarom heb ik alle ‘agressieve’ behandelingsmethoden achter me gelaten. Ik gebruik tegenwoordig voornamelijk technieken uit de volgende behandelmethoden:
Hieronder volgt een meer gedetailleerde beschrijving van deze methoden:
Structurele integratie
![Lateral raphe [Behandeling van raphe lateralis]](../pictures/lat-raphe.jpg)

Structurele Integratie, ook wel bekend als Rolfing®, is een methode om het lichaam te bevrijden van overtollige spanningspatronen en het in balans te brengen met de zwaartekracht. Een volledige Structurele Integratie behandeling bestaat uit tien of twaalf sessies, waarin verschillende delen van het lichaam in een vaste volgorde behandeld worden. De meest gebruikte techniek is de volgende: De therapeut neemt met zijn of haar handen contact op met het te mobiliseren weefsel en vraagt dan de cliënt in een bepaald patroon te bewegen. Tijdens de beweging van de cliënt rekt of verschuift de therapeut het weefsel of maakt het los van eventuele vastgekleefde weefsels. Ik heb twee van de drie fasen van de opleiding tot structurele integrator doorlopen. In de tweede fase, die ik in 2016 afsloot, leert men een verkorte versie van de structurele integratiebehandeling, die destijds Functional Fascial Release werd genoemd en tegenwoordig de ATSI 3-Series. Tegenwoordig gebruik ik nog wel technieken uit de Structurele Integratie, maar geef geen volledige behandelingen meer. De reden is dat de meest efficiënte volgorde waarin lichaamsdelen behandeld worden individueel is en voor de meeste cliënten afwijkt van die, welke bij Structurele Integratie voorgeschreven is.
Kalevala ledenzetten
De behandeling van de fascie is een belangrijk bestanddeel van het Kalevala ledenzetten, waarvan ik de opleiding in 2016 met goed gevolg heb afgesloten. De behandeling is zacht, in principe pijnvrij en maakt veel gebruik van beweging. Hij werkt vooral op de vloeistof in en tussen de vliezen. Vergeleken met de andere op deze pagina genoemde behandelmethoden blijft het ledenzetten in de Kalevala stijl meer aan de oppervlakte en vermijdt de gevoeligere delen van het lichaam, zoals de buik. Kalevala ledenzetten bestaat officieel uit een sessie van 1,5 tot 2 uur die volgens een vast patroon verloopt. Maar tegenwoordig pas ik alleen nog afzonderlijke technieken uit dat schema toe, wanneer ik denk dat ze op dat moment voor de gegeven cliënt beter passen dan soortgelijke technieken uit andere behandelingsmethoden.
Klassieke osteopathie
Fasciale mobilisatie maakt deel uit van de klassieke osteopathie. Ik heb met deze zachte technieken kennis gemaakt in osteopathische leerboeken en onderwijsvideo’s en als onderdeel van vervolgopleidingen onder supervisie van een instructeur. Veel van deze technieken vereisen een diepere aanraking dan in Kalevala ledenzetten. Deze diepe aanraking heb ik veilig leren uitvoeren in de Structurele Integratie cursussen en in de workshops Functional Methods van Jeffrey Burch.
Na de fasciatherapie
Alle behandelingen van de fascie, ook al zijn ze nog zo zacht, kunnen pijn veroorzaken in de twee dagen volgend op de behandeling. Een zware lichamelijke belasting of vochtverlies te vroeg na de behandeling kan de resultaten teniet doen. Wacht met saunabezoek of zonnebaden liever tot de dag na de behandeling. Rust, indien mogelijk, na de behandeling en vermijd grote lichamelijke inspanningen tijdens de eerste twee dagen na de behandeling.